Beste mijnheer Hoet,
Dag Jan,

Het is even geleden dat we elkaar hebben gesproken. Toch is dit schrijven scheepsrecht in de zeilen.
Het is de derde keer dat ik wat woorden na elkaar zet om je te bedanken voor de mogelijkheden
die je maakte, voor de organisatie en mezelf.

Zonder jou was er geen what> ontmoetingsruimte voor visuele cultuur in Leuven van 2002 tot 2006
geweest en hadden we dit bijzonder traject van experimentele publiekswerking nooit kunnen realiseren.
Door je bemiddeling en je vurig pleidooi hebben we niet alleen onze jarenlange praktijkervaringen
in de kunst en co kunnen delen met de Leuvenaars. Maar hebben we ook samen verder nieuwe
perspectieven verkend en in beeld gebracht: met succes*.

De biënnale van Leuven vond je fantastisch sterk: 15 kunstenaars en 2 co-curatoren
ieder met een eigen project, inclusief een publicatie of een artists’ book en op een aparte plaats
in de stad, gefinancierd met beperkte, geronselde, middelen. Bedankt Jan voor deze erkenning.

En Jan, nogmaals bedankt! Je hebt mijn ‘kunsteducatietraject’ aardig beïnvloed.
Op je tentoonstelling Kunst Na 68 was ik geïrriteerd door de heiligschennende bijdrage
over Jackson Pollock van Art & Language. Wel, in 2001 was ik apetrots een fascinerende introspectieve
van deze heren, met een artists’ book, te kunnen tentoonstellen in de voormalige ruimtes van museum M.

Jan, je bent nooit ver weg. We werken verder met Brussel als thuisadres en de kunstbank/what> wordt
w wh at*, een gedeelde, artistieke praktijk: een nieuwe uitdaging en een kwetsbaar engagement… een pleidooi.

Ik…wij groeten U,
Herman

*met what> waren we o.a. actief op Documenta 12